GEZOND ONDERNEMEN

Hoe wordt inkomen uit sparen en beleggen precies belast?

De derde box in het Nederlandse belastingstelsel is bestemd voor inkomen uit sparen en beleggen. Gek genoeg wordt niet het échte inkomen uit sparen en beleggen (bijvoorbeeld rente, dividend of koerswinst) belast in box 3. Wat er wel precies wordt belast en waarom, leggen wij hieronder uit.

In box 3 wordt uw inkomen berekend met een forfait. Dit forfait wordt berekend over uw vermogen uit sparen en beleggen. Niet al uw vermogen hoeft te worden opgegeven in box 3. Denk bijvoorbeeld aan het ondernemingsvermogen, de eigen woning met hypotheek of de eigen B.V. Deze vermogensbestanddelen zijn al belast in box 1 of box 2. Ook een privé-auto, boot of caravan hoeft niet te worden opgegeven in box 3.

Forfaitaire rendement

Over de bezittingen en schulden in box 3 wordt een forfaitair rendement berekend. In 2024 gelden de volgende rendementspercentages:

Bank- en spaartegoeden: voorlopig vastgesteld op 1,03%

Beleggingen en andere bezittingen: 6,04%

Schulden: voorlopige vastgesteld op - 2,47%

De definitieve rendementspercentages voor bank- en spaartegoeden en schulden worden pas begin 2025 vastgesteld.

De verschillende rendementen worden bij elkaar opgeteld en vormen het totale fictieve belastbare rendement.

Vervolgens moet de rendementsgrondslag worden berekend. Dat zijn alle bezittingen minus alle schulden (rekening houdend met de aftrekdrempel voor schulden).

Van de rendementsgrondslag wordt het heffingvrij vermogen afgetrokken. In 2024 is dat € 57.000 per persoon. Wat overblijft heet de grondslag sparen en beleggen. Deze mag eventueel verdeeld worden over fiscale partners.

Vervolgens wordt de grondslag sparen en beleggen gedeeld door de rendementsgrondslag en vermenigvuldigd met het belastbare rendement. Dat is dan tenslotte het box 3 inkomen. Dit wordt belast met 36% belasting in 2024.

Wat is er nu veranderd?

Tot 2021 zat het box 3 systeem iets anders in elkaar. Met de invoering van de hiervoor beschreven forfaitaire spaarvariant is het systeem in veel gevallen wat gunstiger geworden voor spaarders en ongunstiger voor beleggers, zeker wanneer het beleggingsvermogen bestaat uit een vakantiewoning in eigen gebruik die niet verhuurd wordt, of een lening aan de kinderen tegen een lage rente.

Spaartegoeden worden nu min of meer belast tegen reëel te halen rendementen. Voor alle andere vormen van bezit in box 3 geldt een vast percentage van 6,04% in 2024. Dat betekent dat ook beleggingen of uitstaande leningen die niet zoveel opbrengen, wel een hoog fictief rendement toebedeeld krijgen, waar dan ook nog eens een flink gestegen belastingtarief van 36% over betaald moet worden.

Het kan dus de moeite lonen om uw bezittingen eens onder de loep te nemen om te bekijken of er misschien meer werkelijk rendement behaald zou kunnen worden.

Deze forfaitaire spaarvariant is overigens een tijdelijke oplossing. Vanaf 2027 zal naar verwachting een heel nieuw box 3 stelsel worden geïntroduceerd, waarin nog meer geprobeerd zal worden om werkelijke rendementen te belasten in plaats van forfaitaire. Een ding is bijna zeker: het zal er niet eenvoudiger op worden.

Spaar en beleg verstandig

Omdat iedere situatie weer anders is en ook goed gekeken moet worden naar wat het best past bij de eigen wensen voor nu en in de toekomst, is het belangrijk om alle gevolgen van de verschillende mogelijkheden goed in kaart te brengen. Wij helpen u daar graag bij. Dankzij onze ruime ervaring en actuele kennis weten wij precies waar u op moet letten en wat de mogelijkheden zijn.